Terug naar overzicht

31-05-2017

Hoe verliep de Reformatie in Polen?

In de 16e eeuw vormden Polen en Litouwen samen het grootste land van Europa. Zoals overal in Europa bevond ook de kerk in Polen zich in een grote crisis. De kerk was erg corrupt, de geestelijken verrijkten zich ten koste van anderen. De kerk was een grote machtsfactor en de grootste grootgrondbezitter in Polen, wat de adel een doorn in het oog was.

Hoe verliep de Reformatie in Polen?

Al in de 15e eeuw vonden er hervormingspogingen plaats. Ook de Nederlandse Moderne Devotie had invloed in delen van Polen. De eerste hervormingsbeweging die Polen bereikte was het lutheranisme. Dit gebeurde voornamelijk in de gebieden die aan Duitsland grensden en in Pruisen in het noorden. Hier woonden veel Duitsers die via handelscontacten in aanraking kwamen met de leer van Luther. Dominicaanse en franciscaanse monniken in deze gebieden ontdekten door Luthers geschriften en door het lezen van de Bijbel het Evangelie van vrije genade en begonnen zo in de steden het Evangelie te verkondigen.

De Rooms-Katholieke Kerk bestreed de nieuwe leer fel, maar vooral in Grootpolen (Wielkopolska) had dat weinig effect. Hier was de belangrijkste en invloedrijkste adel tot geloof gekomen en in hun gebieden, waar ze feitelijk autonoom regeerden, ontstonden de eerste protestantse gemeenten.

Calvinisten

De adellijke jeugd studeerde doorgaans in verschillende steden in Europa, waar ze in aanraking kwamen met het gereformeerde gedachtengoed dat zo ook in Polen terechtkwam. De reformatie van Calvijn werd snel populair in het gebied rond Krakau en in Litouwen dat met Polen samen één land vormde. Johannes Calvijn was zelf geïnteresseerd in de vorming van gereformeerde gemeenten in Polen. Hij onderhield een intensieve correspondentie met velen in Polen, onder wie ook hoog geplaatsten en met koning Sigismund August.

In de 16e eeuw was het gereformeerd protestantisme wijdverspreid in delen van Polen. Het succes van de gereformeerde beweging in Polen hing voor een groot deel af van de invloed van de elite onder de adel. Ongeveer 20% van de adel was gereformeerd geworden, hoewel men aan hun beweegredenen kan twijfelen. De adel wilde al lange tijd de invloed van de kerk verminderen, zodat ze zelf meer invloed en macht hadden. Voor de adel was het calvinisme aantrekkelijk omdat het de leken invloed gaf in kerkelijke zaken en bestuur.

Boheemse Broeders

De Boheemse Broeders, zoals de Hussieten genoemd werden, werden in Tsjechië steeds meer vervolgd, tot ze in 1648 verbannen werden. Velen van hen vonden bescherming in gebieden van de protestantse adel in Polen. De Boheemse Broeders onderscheidden door hun radicale evangelische prediking en leefstijl. Doordat de meesten van hen ambachtslieden waren vonden ze snel aansluiting onder de Poolse bevolking. Voor de vaak immoreel levende adel was het moeilijker aansluiting te vinden vanwege de strenge tucht die ook voor de adel gold.

Op de eerste generale synode in Polen die in 1555 in het stadje Koźminek (bij Kalisz) gehouden werd, verenigden de Boheemse Broeders zich in een Unie met de gereformeerden. Johannes Calvijn was hier erg blij mee; hij was van mening dat de Broeders een zeer positieve invloed zullen hebben op de gereformeerden in Polen (wat ook waar gebleken is).

Reactie

De Rooms-Katholieke Kerk was uiteraard in het geheel niet content met de nieuwe reformatorische bewegingen. De conservatieve koning Sigismund I, de Oude (1467-1548) wilde Rome trouw blijven hoewel hij zag dat er vele problemen waren in de Rooms-Katholieke Kerk. Reeds in 1529 vaardigde hij het zgn. Edict van Toruń uit, de eerste in een lange reeks edicten tegen de “andersgelovigen”. Dit edict verbood het importeren van werken van Luther naar Polen en het verkondigen en aannemen van “religieuze nieuwigheden”. In de praktijk trok men zich echter niet veel van deze edicten aan.

De volgende koning, Sigismund II August (1520-1572), was duidelijk toleranter dan Sigismund I. Onder zijn heerschappij maakte de Reformatie haar grootste verbreiding en succes in Polen mee. Sigismund August stond de Lutheranen in steden als Gdańsk, Elbląg en Toruń toe zichzelf te organiseren en hun eigen kerkelijke hiërarchie op te zetten.Sigismund August was erg geïnteresseerd in de Reformatie. Hij luisterde naar gereformeerd predikende hofpredikers en onderhield een levendige correspondentie met reformatoren als Melanchthon, Bullinger en Calvijn. Johannes Calvijn droeg zijn commentaar op de Hebreeënbrief op aan deze Poolse koning.De protestanten in Polen rekenden erop dat de koning de reformatie zou steunen en bevorderen, maar uiteindelijk koos hij om politieke redenen toch de kant van de kerk van Rome.

Het is interessant dat de Sejm (het Poolse parlement, bestaande uit geestelijken en edelen) in deze tijd een nationale synode wilde organiseren waar onder andere Calvijn en andere reformatoren voor uitgenodigd zouden worden. Een belangrijk deel van de Poolse geestelijkheid en adel streefde naar de vorming van een nationale kerk die onafhankelijk was van Rome. De Sejm eiste ook de opheffing van het celibaat en dat de liturgie in de landstaal plaats zou vinden. Uiteindelijk is hier door de komst van de jezuïeten niets van terechtgekomen.

Johannes à Lasco

De priester Johannes à Lasco (Jan Łaski, 1499-1560) had door connecties een schitterende kerkelijk-politieke carrière voor zich. Tijdens zijn studie leerde hij in Basel het humanisme en de Reformatie kennen. A Lasco verbleef lange tijd in West-Europa, waar hij na lang aarzelen in 1538 definitief de kant van de Reformatie koos, waardoor hij al zijn inkomsten verloor en niet meer terug kon keren naar Polen. Hij verbleef in Emden en Londen, waar hij de Nederlandse vluchtelingengemeenten organiseerde. In 1556 kon hij terugkeren naar Polen waar hij probeerde de gereformeerde kerk te organiseren. Hij zette zich vooral in voor verdere eenwording met de Boheemse Broeders. Hij stierf echter een paar jaar later in 1560.

In 1570 vond een belangrijke synode plaats in Sandomir (Sandomierz), waar vertegenwoordigers van de luthersen, gereformeerden en Boheemse Broeders aanwezig waren. Hier werd de Belijdenis van Sandomierz, gebaseerd op de Tweede Helvetische Belijdenis, opgesteld en aanvaard. Dit was een poging de protestanten in Polen tot een eenheid samen te brengen, maar werkelijke eenheid heeft het niet gebracht.

Tolerantie?

Men kan stellen dat Polen tot 1570, gemeten naar de toenmalige standaarden, redelijk tolerant was. Van de kant van de Kerk van Rome was er felle tegenstand, maar feit is dat Polen een toevluchtsoord was voor onder anderen anabaptisten en socinianen (arianen) die de drie-eenheid loochenen. Andersdenkenden genoten in Polen meer vrijheid dan waar ook in Europa en de inquisitie had er vrijwel geen invloed. De oorzaak hiervan was dat de Poolse koning feitelijk zwak was, en ook de kerk kon vaak haar wil niet opleggen omdat de werkelijke macht bij de adel lag. Geen enkele kerk was in de 16e eeuw in Polen in staat een dominante positie in te nemen. In de veel steden was een groot deel van de bevolking overgegaan tot een van de protestantse kerken, maar het grootste deel van de plattelandsbevolking was nauwelijks geïnteresseerd in geloofszaken. Zij waren horigen en lijfeigenen, wat inhield dat de adel aan wie zij behoorden bepaalde wat ze moesten geloven.

Contrareformatie

In jaar 1564 haalde kardinaal Hozjusz, een van de voorzitters van het Concilie van Trente, de jezuïeten naar Polen. De Orde der Jezuïeten was in 1540 opgericht met als doel te strijden tegen protesten en alle andere “ketters” die zich niet onderwerpen aan de paus. De protestanten hadden onder andere veel invloed doordat ze overal scholen stichtten waarbij het protestantse onderwijs op veel hoger niveau stond dan het ouderwetse onderwijs aan de rooms-katholieke scholen. De jezuïeten kopieerden de protestanten en stichtten overal grote colleges. Aangezien de jezuïeten goed georganiseerd waren en over veel financiële middelen beschikten, was binnen een halve eeuw het grootste deel van het protestantisme in Polen verdwenen.

Een probleem van het protestantisme was het gebrek aan eenheid en een ander probleem was dat met name het gereformeerde protestantisme niet diepgeworteld was.De agressieve activiteiten van de jezuïeten en de daarbij komende oorlogen in de 17e eeuw betekenden uiteindelijk het einde van het grootste deel van het Poolse protestantisme. Vandaag is minder dan een half procent van de Polen protestant en zij zijn in de ogen van veel Polen een “andersgelovige” en ketter.

Het protestantisme vandaag

Wat is er vandaag nog overgebleven van het protestantisme? Van de ca. 38 miljoen Polen is minder dan een half procent protestants. Hiervan zijn twee-derde lutheranen, die voor het grootste deel vrijzinnig zijn en bijna niet meer in de kerk komen. De gereformeerde kerk heeft nog 8 gemeenten, voor een deel zeer vrijzinnig. Alleen de gemeente in Zelów is duidelijk behoudender. Dit is een gemeente die in de 19e eeuw uit de Boheemse Broeders ontstaan is. Voor veel gereformeerden en luthersen is geloof echter niet veel meer dan het bewaren van een historische traditie in Polen. Het overige deel van de protestanten bestaat uit de verschillende evangelicale gemeenten en pinkstergemeenten, die zeer verschillend zijn, van klassiek behoudend evangelicaal, tot sterk charismatische gemeenten. Hieronder zijn ook zeer bijbelgetrouwe gemeenten. In een groot aantal steden en in het overgrote deel van de dorpen in Polen is in de wijde omtrek geen enkele protestantse gemeente te vinden.

Dit artikel is geschreven door Pedro Snoeijer, veldwerker van IRS. Het artikel werd gepubliceerd in IRS-magazine nr. 4, december 2015. Snoeijer heeft ook een Poolse brochure geschreven over de Reformatie in Polen. Een Nederlandse vertaling hiervan is in elektronische vorm op te vragen bij de auteur: augustinus@irs.nu.

Terug naar overzicht